Een dag in de gevangenis

De penitentiaire inrichting Zuid-Oost, locatie Ter Peel in Eversoord (Noord-Limburg) is met 250 gedetineerden de grootste vrouwengevangenis van Nederland en de enige waar moeders met hun kinderen tot vier jaar samen kunnen zijn. Met een kapper, supermarktje, medische zorg, fitness en sportveld is het net een klein dorp. Het enige wat de bewoners niet hebben, is vrijheid. En juist dát zet alles in een wrang perspectief.

Esmir: “Als ik in de cel sta, krijg ik meteen een knoop in mijn maag en voel ik een lichte paniek opkomen door de zware energie. Dit is hoe leven zonder vrijheid eruitziet.

ACHTER TRALIES

Hoe dichter ik bij de ingang van vrouwengevangenis Ter Peel kom (met een metershoog hek) hoe sterker het beklemmende gevoel in mijn buik wordt. Mijn kennis van gevangenissen is gestoeld op de series en films die ik op televisie zag, zoals Vrouwenvleugel en Orange is the new Black. Hoe het echt voelt om opgesloten te zitten, kan ik me niet inbeelden. Nog niet…

Ik word door een aantal controleposten geleid, waarbij er altijd maar één deur opengaat en een andere deur meteen weer sluit. Van de zenuwen begin ik te giechelen. Het duurt zeker een kwartier, maar ik ben binnen, aan de andere kant van het imposante gevangenishek.

Qua criminaliteit doen vrouwen niet onder voor mannen. Hier zitten vrouwen voor drugshandel, diefstal, mishandeling, doodslag en moord. Maar in een vrouwengevangenis gaat het er anders aan toe dan in een mannengevangenis, vertelt een van de bewakers. Het komt relatief vaak voor dat een vrouw een strafbaar feit plegen door emotionele chantage, mentale onderdrukking of om maar van alle geweld thuis af te zijn. Nog een verschil is dat vrouwen vaker psychische hulp nodig hebben en zichzelf geweld aandoen. Mannen gaan juist vaker met elkaar op de vuist.

HALTE 1: DE BAD AFDELING

Ik mag een dag meedraaien met Martine, zij is medewerker visitatie. We starten bij de zogenaamde ‘bad afdeling’, waar gedetineerden binnenkomen en gecontroleerd wordt of er geen verboden voorwerpen worden meegesmokkeld. De vrouwen zijn dan naakt en worden in principe niet aangeraakt. Voor de inwendige check moeten ze wijdbeens drie keer een diepe squat maken. Als er iets niet in de haak is, komt de dokter voor een inwendige controle.

Martine: “Je ziet gauw genoeg als er iets niet klopt. Ook aan hun gedrag kun je veel aflezen. Als iemand overdreven amicaal doet of complimenteus is, weet ik eigenlijk al genoeg.” Ze laat me een aantal voorwerpen zien die gevonden zijn: mesjes, zakmessen, aansteker, een tandenborstel met geslepen punt en zelfs telefoons zo groot als een duim!

Op de gang lopen we een gedetineerde tegemoet. Ik glimlach voorzichtig. Ze lacht zenuwachtig terug, waardoor haar enige voortand zichtbaar wordt. Dan staan we in een lange gang met aan weerszijden deuren. Dit klopt met het beeld dat ik heb van een cellencomplex. Dikke ijzeren deuren met een klein raampje. Ik mag er even in om te ervaren hoe het is: een ruimte van zo’n 5 bij 2 meter met een tafel, open kast en bed die vastzitten aan de muur. De muren komen nu al op me af, ondanks het grote raam aan de achterzijde. En dan te bedenken dat in dit soort ruimtes door capaciteitsgebrek regelmatig ook twee gedetineerden zitten.

BAJES-REKENING

Tegen de middag help ik een gedetineerde om het eten rond te brengen. Ze spreekt gebrekkig Engels en lijkt mijn aanwezigheid interessant te vinden. Een personeelslid ontgrendelt de gevangenisdeur waarna ik met het etenskrat (voor twee dagen) naar binnen mag. Mijn hart gaat tekeer; het voelt gek om iemands privédomein binnen te gaan. We mogen dan ook niets aanraken of verplaatsen. Gelukkig, niemand in de cel. Ik blaas mijn ingehouden adem stilletjes uit. Zo gaan we alle cellen af. Niemand is ‘thuis’, omdat er overdag gewerkt wordt. Bijvoorbeeld in de supermarkt of wasserij. Ook hier help ik mee.

Er staan 20 grote wasmachines te draaien. Andere gedetineerden werken in de bibliotheek, op de productieafdeling (lopende bandwerk), in de schoonmaak of in het bajescafé. Ze verdienen 0,91 cent per uur. Dit wordt op hun bajesrekening gestort, wat ze kunnen besteden aan sigaretten, een televisie in de cel (kosten: 3 euro per week), of extra lang bellen in de telefooncel.

In elke ruimte die ik binnenkom, is er direct een gespannen sfeer voelbaar. Als buitenstaander betreed ik duidelijk hun terrein. Vrouwen staren me nerveus, geschrokken of angstig aan. Bovendien heb ik een gewild item bij me wat gedetineerden niet mogen bezitten: een mobiele telefoon waarmee ik soms een gesprek opneem. Het voelt ongemakkelijk, een beetje als aapjes kijken.

VAN LUXEVLEUGEL TOT ISOLEERCEL

Goed gedrag wordt beloond. Er is 1 afdeling waar gedetineerden wat meer privileges hebben. Bijvoorbeeld een grote gemeenschappelijke woonkamer annex keuken en banen met meer verantwoordelijkheid. Bij het aanrecht staat een gedetineerde die nog 3 jaar moet uitzitten. Ze snijdt blokjes kaas met een groot slagersmes. Net als ik wil vragen waarvoor ze is opgepakt, ziet ze mijn telefoon. Ik slik even en besluit niet door te vragen. Straks zet ze in een opwelling dat mes tegen mijn keel en is het mijn leven of mijn iPhone. Tegelijkertijd schaam ik me voor mijn vooroordeel.

Aan medewerker Martine vraag ik of ze ook wel eens moeilijke dingen meemaakt. “Elke dag is een verrassing, ondanks dat elke minuut min of meer staat uitgeschreven.” (Stilte) “Ik zal nooit vergeten dat een gedetineerde zich in haar cel had opgehangen aan een laken. Ik was er als eerste bij. Om haar los te kunnen maken, tilde ik het lichaam op… Maar wat ik ook heftig vind, is als iemand na jarenlange opsluiting eindelijk op weekendverlof mag en dat ze dat weigert. Sommige vrouwen hebben het in de gevangenis beter dan daarbuiten. Hier zijn ze veilig en zijn er voorzieningen zoals een kapper en medische zorg. Buiten deze muren heeft niet iedereen dat.” Ik ben er even stil van. Eigenlijk dacht ik dat vrijheid het allerbelangrijkste was, maar het gevoel van veiligheid telt dus net zo zwaar.

We vervolgen onze ronde en komen bij de twee isoleercellen, waarvan er 1 bezet is. Daarom mogen we geen geluid maken en communiceren we met gebaren. Later vertelt Martine dat er vrouwen zijn die vrijwillig meegaan naar de isoleercel, omdat ze weten dat ze zichzelf daar niets kunnen aandoen. Dat geeft rust. Het gaat mijn inlevingsvermogen bijna te boven. Er is ook een luchtplaats: vier hoge muren van steen met als plafond een open rooster. Op de muren staan ingekraste teksten, zoals: ‘Fuck the police’, ‘Only God can judge me’, ‘Love & Peace’.

EEN BAKKIE IN DE BAJES

Via een gangenstelsel van het voormalige klooster komen we uit in de kerk waar ook het bajescafé zit. Dit café bestaat een half jaar met een uniek concept: het is open voor bezoekers van ‘buiten’. Gedetineerden die het einde van hun straf naderen, mogen hier werken en zelfs allerlei horeca-opleidingen volgen. Zo verlaten ze de bajes uiteindelijk met een schone lei en een opgepoetste CV, wat hun kans op een betere toekomst vergroot.

Ik bestel een cappuccino en bajeskoek en vraag of ik de serveerster wat vragen mag stellen. Dat mag, als ik haar naam in het artikel maar niet noem. Ze komt uit Polen en vertelt dat ze er al één jaar gevangenisstraf op heeft zitten. Nog 68 dagen en dan komt ze vrij. Op mijn vraag hoe ze in de gevangenis terecht is gekomen, vertelt ze dat haar man stiekem drugs in haar koffer had gedaan toen ze op reis ging. Haar ticket naar Polen werd een lange trip naar de bajes. Ik ben in shock maar laat niks merken. Ze gaat verder: “Ik mis mijn mobieltje het meest. Ik had altijd veel contact met mijn kinderen, we waren altijd aan het appen. Dat mis ik.”

Als ze zegt dat ze niet van plan is om van haar man te scheiden, vraag ik of ze niet bang is dat er weer iets naars zal gebeuren. Ze schudt haar hoofd. “Ik ben veranderd, daardoor is onze relatie ook niet meer hetzelfde als vroeger. Ik heb vertrouwen in de toekomst.” Het roept allerlei vragen bij me op, maar ik durf niet door te vragen omdat ik haar niet onzeker wil maken. En dus vraag ik wat ze als eerste gaat doen als ze vrijkomt. Ze glimlacht. “Een héle lange wandeling maken met de hond.” Daar is die vrijheid weer, de horizon tegemoet lopen.

Terug naar huis sta ik in een dikke file. In plaats van te balen, accepteer ik het en ben ik me bewust dat ik een gezegend en vrij mens ben. Ik zet de radio harder, draai het raam open en neem een teug frisse lucht.

 

Deze reportage is gepubliceerd in VROUW Telegraaf, najaar 2022

 

Geef als eerste een reactie