Een kwestie van tijd

Zou het lukken? Haal ik hem nog?, denk ik met veel te weinig rust in mijn lijf. Was ik nou maar eerder uit Amsterdam vertrokken, dan hoefde ik nu niet zo te stressen. Over of ik de boot ga halen en dus op tijd ben voor een belangrijke afspraak op het eiland. En over een deadline – vanavond om 17.00 uur. Soms heeft een dag gewoon te weinig uren in zich.

Door soms net iets harder te rijden dan is toegestaan, kom ik aan bij de kassa voor de boot naar Texel. Hij staat er al, auto’s rijden erop. Het is secondewerk, maar het lukt! Tijd om te ontzenuwen neem ik niet. Er moet immers nog een artikel af vandaag. Dus de auto staat nog niet stil of mijn vingers gaan alweer over het toetsenbord.

Nog voordat de vrouwenstem door de intercom klinkt om de passagiers welkom te heten, ben ik alweer verdiept in het artikel voor Santé magazine.

“… en texelaars, welkom thuis.”

“Huh? Zijn we er al?”, mompel ik in mezelf. Zo verzonken ben ik in mijn schrijverijen dat de twintig minuten overtocht aanvoelen als vijf minuutjes.

Snel de tekstaanpassingen opslaan, computer inpakken en gassen maar. De boot af om via de kortste route naar Den Burg te gaan voor een gesprek over mijn derde boek.

Een sliert langzame auto’s voor me bepaalt mijn tempo, dat stukken lager ligt dan ik zou willen. Hoewel ik op tijd ben voor de afspraak – mijn aankomsttijd valt ruimschoots binnen het Texelse kwartiertje – zit de haast er bij mij nog steeds goed in. De radio gaat aan in een poging tot ontspanning. Kruipend over het asfalt vertelt de deejay dat er op de A2 jaarlijks de meeste automobilisten op de bon worden geslingerd. Daar zit ik vandaag niet tussen, maar ik sluit niet uit dat ik ergens anders in de prijzen ben gevallen, bijvoorbeeld op de A7.

“Dit jaar is er een record aan bekeuringen uitgeschreven”, gaat de deejay verder, “160.000 boetes”. Even daarna: “En dan nu het nieuws van twee uur.”

“Whut, drie zal je bedoelen”, corrigeer ik de radioman. “Verrek, krijg nou wat! Het ís twee uur!

En zo blijk ik plotseling alle tijd van de wereld te hebben. Pffff! Ik adem een paar keer diep in en uit en voel hoe de spanning langzaam wegzakt. Een uurtje extra komt méér dan perfect uit. Op de parkeerplaats klap ik mijn computer weer open en leg de laatste hand aan het artikel.

“Komend weekend gaat de wintertijd in”, klinkt het door de speakers. Ik glimlach. Dan gaat de klok dus wél een uur terug. Ook als ik niet mezelf verlies in een schrijfopdracht.

 

Met de laptop onder de arm reist Esmir geregeld tussen hartje Amsterdam en Texel. In het buitengebied van De Cocksdorp, waar haar partner woont, vindt ze de rust om te schrijven. Onlangs publiceerde ze haar tweede boek ReisLust. Op deze plek om de week haar Texelse belevenissen.

Geef als eerste een reactie