Grasmaaien

In onze schuur staan drie grasmaaiers. Twee handmaaiers en een zitmaaimachine – een soort mini-auto. Dat klinkt luxueus, maar dat is het niet. De een is nog krakkemikkiger dan de andere. De zitmaaier mag dan een stuur hebben, maar de verbinding met de voorwielen is kaduuk. En het komt er steeds niet van om hem te laten repareren – als dat nog de moeite waard is tenminste. Van de twee handmaaimachines bestaat er één voornamelijk uit losse onderdelen. De andere is elektrisch en ook daar is niets luxueus aan. Zoals het gaat met elektrische huishoudapparatuur uit het stenen tijdperk zit er hier een snoer aan wat je nogal beperkt in je maaivrijheid. Daarbij vergt het aardig wat handigheid om dit snoer niet per ongeluk onder je wielen, en dus in het maaiblad, te krijgen. Daarom maaien we meestal met z’n tweeën.

De zon schijnt en een blik op buienradar leert dat het verstandig is om vandaag het gras nog even kort te wieken voor de winter. Met frisse tegenzin werp ik me op als kabeldrager met de deal dat we halverwege het gras wisselen van taak.

“Zou de magnolia nog uitkomen?”, vraagt mijn partner.

Ik kijk naar de twee dikke knoppen die op knappen staan. “Het mag dan gaan regenen, maar koud wordt het voorlopig niet, dus volgens mij…”

Ineens slaat de motor af.

“Oh shit!”, roep ik en zie dat de elektrische kabel onder de machine terecht is gekomen en nu in twee stukken op het gras ligt.

“Oei, sorry! Ik lette niet goed op”, ben ik de te verwachten uitbrander voor.

“Ach, het moest er een keer van komen”, reageert hij luchtig en haalt het snoer onder de machine vandaan.

“Eh, en nu?”, vraag ik en voel me even heel erg vrouw-onhandig.

“We kunnen naar de winkel voor een nieuwe kabel?”

Niet dat ik zin heb, maar om nou het gras met een halve kuif de winter in te laten gaan?

Even later lopen we rond in het walhalla van de grasmaaimachines. En alsof het een hippe kledingzaak betreft, staat mijn tuinman zich te vergapen aan al het uitgestalde materieel. Er wordt een inruildeal gemaakt en nog dezelfde middag staat er een goednieuw exemplaar – zónder snoeren en stekkers – op ons erf. Benzine en olie erin en gáán. Dat wil zeggen, mijn partner. Ik sta ernaast min of meer wortel te schieten, aangezien met dit moderne hebbeding grasmaaien een one-man-show is geworden.

Het gazon ziet er strak uit en dat in een mum van tijd. Manlief is er helemaal mee in zijn nopjes, maar voor mij is de lol eraf. Ik mis de gein tijdens het grasmaaien, de gesprekjes tussendoor en het geklooi met de onhandige kabel. Zo slecht waren die roestige barrels eigenlijk niet.

 

Met de laptop onder de arm reist Esmir geregeld tussen hartje Amsterdam en Texel. In het buitengebied van De Cocksdorp, waar haar partner woont, vindt ze de rust om te schrijven. Onlangs publiceerde ze haar tweede boek ReisLust. Op deze plek om de week haar Texelse belevenissen.

Geef als eerste een reactie