Interview met Marc de Hond

Marc de Hond (35) is tv-presentator van het KRO programma ‘De Rekenkamer’, ondernemer en auteur van het boek ‘Kracht’. Marc belandde tien jaar geleden plotseling in een rolstoel. En drie jaar geleden werd hij geselecteerd voor het Nederlands rolstoelbasketbalteam. Marc, over glazen die halfvol zijn en kansen benutten.

In 2002 wordt er een tumor in je ruggenwervel ontdekt. Was je in shock?

In eerste instantie eigenlijk niet. Het werd niet meteen een tumor genoemd. Ik had al een tijdje last van mijn rug en benen en kreeg te horen dat het met een operatie verholpen kon worden. Dat was de situatie. Vrij snel daarna ging ik naar het ziekenhuis om het ‘plekje’ weg te laten halen.

Van een plekje naar een dwarslaesie is nogal een overgang?

Klopt. Door een medische misser werd een bloeding in mijn ruggenmerg niet opgemerkt. Ik had volledige uitval vanaf mijn borst naar beneden. Vanaf het eerste moment heb ik alles op alles gezet om te revalideren. Het ging er bij mij niet in dat ik nooit meer zou kunnen lopen. Ook niet toen er pas na vier maanden keihard trainen de eerste verbeteringen te zien waren.

Wat waren de gevolgen van deze plotseling veranderde situatie op je familie, vrienden en liefdesleven?

Het was natuurlijk zwaar, maar aan de andere kant waren er ook mooie en leuke momenten met mijn familie en vrienden. Twee jaar daarna ging mijn relatie uit. Toen ik eenmaal weer begon met daten, was ik onzeker. Alsof ik het wiel opnieuw moest uitvinden. Maar door het gewoon te doen, kwam mijn zelfvertrouwen weer terug. De dwarslaesie heeft alles veranderd en tegelijkertijd heeft het niets veranderd.

Leg uit?

De rolstoel is een fantastische uitvinding waardoor ik volledig kan deelnemen aan de maatschappij, op een te hoge drempel na dan. Je kan het zo groot maken als je zelf wilt, maar het leven dat ik zonder dwarslaesie zou hebben gehad, héb ik niet. Uit alle macht probeerde ik dat te veranderen door te revalideren en door geestelijk zoveel mogelijk in balans te zijn. Maar lopen zat er niet meer in. Het enige dat je dan nog kunt doen, is het accepteren. Wat ik eerst met mijn benen deed, compenseer ik nu met mijn rolstoel en handen.

Als ik iets wil, ga ik daar vol voor en doe ik geen concessies

Je hebt het boek ‘Kracht’ geschreven. Daarin schrijf je over jouw dwarslaesie en het revalidatietraject. Wat ís jouw kracht?

Ik heb het geluk dat bij mij het glas halfvol is. Je hebt mensen die zeggen: Je leeft maar één keer dus maak er iets van. En je hebt er die voortdurend beren op de weg zien. Dat is gedeeltelijk een keuze en voor een deel aanleg, denk ik. Het feit dat ik een positief en optimistisch karakter heb, is heel gunstig. Daarbij heb ik de drive om datgene wat ik doe, goed te willen doen. En ik weet dat niets vanzelf gaat. Dus stop ik veel energie in het leren van nieuwe dingen in een poging er beter in te worden. Want als ik datgene doe waar ik goed in ben, haal ik daar meer voldoening uit.

In de tijd dat je nog kon lopen, speelde je fanatiek voetbal. Hoe ging je om met het feit dat je dat niet meer kon?

Dat was een groot gemis! Ik vond het heel erg dat ik niet meer kon keepen, omdat ik daar heel veel plezier uit haalde.

Ik vind het fijn om fysiek actief te zijn en me fit te voelen. Maar ik sta niet te lang stil bij wat ik niet meer kan. Ik kijk naar wat er wél kan. En rolstoelbasketbal is daar voor in de plaats gekomen.

Hoe kwam je bij rolstoelbasketbal?

Ik kwam op een gegeven moment in contact met rolstoeltennis en met dé toptennissers van de wereld. Daardoor zag ik de rolstoel ineens als sportwapen. Ik had al eerder rolstoelsporten gezien, maar toen was ik nog bezig met revalideren en dat ik weer zou gaan lopen. Vanaf het moment dat ik wist dat dát niet meer kon, stond ik open voor rolstoelsporten. Ik heb rolstoeltennis geprobeerd, maar daar had ik minder aanleg voor. Daarna ben ik overgestapt op rolstoelbasketbal.

Hier heb je duidelijk wél talent voor, want je bent inmiddels geselecteerd voor het Nederlands team!

Ik heb er in ieder geval meer aanleg voor, maar mijn talent is niet alleen dat ik goed kan basketballen. Mijn talent is vooral dat áls ik iets wil, ik daar vol voor ga en geen concessies doe. Al mijn tijd en energie stop ik er dan in. Dit zorgt ervoor dat ik elke keer heel ver kom.

Welke tip zou jij anderen willen meegeven wat betreft het omgaan met tegenslagen?

Wat ik een mooie spreuk vind, is:

Give me the strength to change the things I can,

the serenity to accept the things I can’t change

and the wisdom to know the difference.

Oftewel: Geef me de kracht om te veranderen wat ik kan veranderen, de rust om te accepteren wat ik niet kan veranderen en de wijsheid om het verschil te zien.

Ik laat me niet uit het veld slaan door een tegenslag. Maar wanneer ik het voorval niet kan terugdraaien, is de enige manier om verder te gaan dit te accepteren. Soms komt een droom niet uit – zoals bij mij het lopen – en dan moet je ‘em durven loslaten en vertrouwen dat er iets anders op je pad komt.

Geef als eerste een reactie