Interview met Kjeld Nuis

“Nu ik zelf vader ben, zie ik hoe mijn ouders en opa en oma vroeger hun handen vol hadden aan mij.”

Kjeld Nuis (32) is topschaatser en won op de Olympische Spelen een gouden medaille en… laten we eerlijk zijn: Kjeld is best een hottie. Nu het schaatsseizoen is afgelopen, had hij tijd voor een exclusief interview met Vriendin.

OLYMPISCHE SPELEN

Je had maar één kans omdat je maar aan één afstand mee mocht doen. En die pakte je, je won goud! Hoe hield je je hoofd koel?

“Ik zat goed in mijn vel en voelde aan alles dat ik er klaar voor was. Thomas Krol reed in de rit voor mij een Olympisch record. Toen schoot het door me heen: fuck zeg, ik word tweede… Die gedachte wil je niet toelaten omdat het je beïnvloedt, maar het gebeurde toch even op dat moment. Meteen zei ik tegen mezelf: weg met die gedachten! Als hij zo snel is, dan zal het ijs wel gewoon heel snel zijn, ik ga ervoor! Zo kon ik me weer op mijn eigen race focussen. Voor elke meter heb ik geknokt. Alles klopte op het juiste moment. Op het scorebord zag ik dat ik nummer één was. Ik had het geflikt, maar ik durfde nog niet te hard te juichen. Er moesten nog andere kanshebbers rijden.”

Is deze derde gouden medaille anders dan je eerste Olympische goud?

“Jazeker! Het is een bevestiging dat je het nog steeds kan, ondanks de toenemende druk. Daardoor is het eigenlijk ook een continuïteitsprijs.” Kjeld stop even en zegt dan: “Nou ja… Ik vond het heel jammer dat mijn ouders dit jaar niet bij de Olympische Spelen mochten zijn vanwege coronamaatregelen. Ik was er stiekem zelfs een beetje emotioneel over. Van de mensen om mij heen, zijn zij degenen die mij vanaf peuter hebben gesteund. Misschien vond ik daarom die eerste medaille tóch mooier, omdat mijn ouders er toen wél bij waren en ik de overwinning met hen kon delen. Dat was heel bijzonder.”

JEUGD

Ben je met schaatsen aan geboren, oftewel: kom je uit een schaatsfamilie?

“Dat niet. Maar van de verhalen van mijn ouders en opa en oma weet ik dat ik als peuter voor de televisie gefascineerd naar schaatsen keek. Als ventje van drie jaar stond ik dat schijnbaar al na te doen. Zolang ik me herinner, wilde ik al schaatser worden. Op mijn zevende reed ik mijn eerste wedstrijd bij ons in het dorp. Dat was vooral kinderlijk enthousiasme, maar in mijn hoofd deed ik al aan topsport.

Als puber zat je ook met één been in de alternatieve skate-wereld. Stond dat het schaatsen in de weg?

“Op een gegeven moment moest ik kiezen inderdaad. Dat was een enorme tweestrijd in mij, omdat ik zowel het schaatsen als het skaten ontzettend leuk vond om te doen. Als vijf jarig jongetje stond ik voor het eerst op skates. Tegenover ons huis was een skatebaan waar ik steeds vaker te vinden was. De mensen op de skatebaan beschouwde ik als familie. We zagen elkaar elke dag en je hoefde niet te bellen om iets af te spreken, want je wist dat je iedereen daar zou zien. Het was een geweldige tijd. Iedereen ging goed met elkaar om en vond elkaar lief.

Maar de skatewereld is compleet anders dan de schaatswereld. Op de schaatsbaan was ik bloedfanatiek, maar met mijn skatevrienden rookte ik jointjes, zaten we te dollen en aten we broodjes kebab. Supergezellig. Maar het botste met mijn schaatsambities. Toen ik met schaatsen in de topselectie terechtkwam, was het niet langer te combineren en ging ik voor het schaatsen. In die begintijd heb ik het skaten echt wel gemist. Maar met sommige skatevrienden heb ik nog steeds contact.”

Was je in alles fanatiek?

Kjeld begint te lachen. “Wat schaatsen betreft wel, maar qua school absoluut niet. Mijn ouders moesten regelmatig op school komen, omdat ik in de klas niet te hanteren was. School boeide me niet. Bovendien zat ik in een klas met veertig leerlingen. Wat er achterin de les gebeurde was veel interessanter dan wat er zich voorin afspeelde. Daarbij had ik veel te veel energie om me te concentreren op de les. Met mijn skates aan het stuur fietste ik naar school om voor schooltijd nog even naar het skatepark te gaan. Zodra ik de schoolbel hoorde, stopte ik. Dan was ik een beetje energie kwijtgeraakt, waardoor het ook iets beter ging in de klas.”

Was je buiten school ook een boefje?

Oh ja hoor, ik heb genoeg meegemaakt. Van straf op school tot een taakstraf. Dat laatste klinkt heftiger dan het was hoor. Op een zaterdagmiddag was ik met een skatevriendje met graffiti bezig de stad mooi te versieren, zo zag ik dat. Lekker naïef natuurlijk, haha. Ineens stonden er twee politieauto’s achter ons stonden en moest we mee. We kregen tien uur taakstraf en hebben bankjes in de lak gezet bij een verzorgingstehuis en containers schoongemaakt, dat soort dingen. We vonden het nog best leuk om te doen eigenlijk.”

GEZIN

Zie je jouw eigen enthousiasme terug in je zoon Jax?

Kjeld schiet opnieuw in de lach: “Ja, hij is net zo’n stuiterbal als ik. Nu ik vader ben, zie ik hoe mijn ouders en opa en oma vroeger hun handen vol hadden aan mij. Ik hoor mezelf tegen Jax dingen zeggen als: pas nou op, niet meteen van de hoogste duikplank springen hè, zet je wel je helm op… Maar aan de andere kant vind ik het ook heel leuk dat hij zo enthousiast is. Hij is vijf en zit in de voetbalfase: Ajax en Barcelona zijn the bomb. Hij wil later voetballer worden en bakker. Dan kan hij altijd koekjes en donuts eten, haha.

Misschien is het wat filosofisch, maar wat wil je je zoon meegeven?

“Dat hij lekker veel dingen moet gaan uitproberen en doen. Als we dan toch op de filosofische toer gaan: dat hij een zo breed mogelijke horizon mag verkennen. En dat hij z’n hart volgt. Als zijn passie ballet of turnen is, dan moet hij dat lekker doen.”

Wat betekent je vriendin Joy Beune voor jou?

“Veel! We hebben een ontzettend goeie klik en ik vind haar heel grappig. Humor vind ik belangrijk. En ik bewonder haar dat ze voor een vent heeft durven kiezen die tien jaar ouder is en een zoontje heeft. En ook niet onbelangrijk: ze snapt mijn leven als topsporter, omdat ze zelf een sportvrouw is. We hebben anderhalf jaar bij elkaar in het schaatsteam gezeten. Toen ik in scheiding lag, waar ik het soms lastig mee had, trok ik meer naar haar toe. Joy en ik konden goed met elkaar praten, en nog steeds. Ze is dan wel jonger dan ik, maar ze is volwassener dan de meeste vrouwen van mijn leeftijd. Joy is echt een topper.”

TOEKOMSTPLANNEN

Gaan we je nog op het ijs zien?

“Absoluut! Ik heb de droom om mijn schaatscarrière op dezelfde manier af te sluiten als Ireen Wüst dat gedaan heeft. Maar voor nu geniet ik nog elke dag van het schaatsen en wil ik nog niet denken aan stoppen. Dat is mijn belangrijkste drijfveer. En zolang ik de beste ben, vecht ik voor mijn plekkie. Ter aanvulling op de vraag wat ik mijn zoon zou willen meegeven, dan is dát het: de dingen doen waar je ontzettend blij van wordt en dat zo lang mogelijk blijven doen.

Tot slot: je bent de mooi-boy onder de schaatsers: hoe belangrijk is je uiterlijk?

Lacht hardop. “Weet je hoe a-relaxed een schaatspak zit?! Na een wedstrijd heb ik een hartslag van bijna tweehonderd en een latexpak ademt voor geen meter. Dat is de reden dat ik mijn pak meteen openrits. Dat ding moet gewoon zo snel mogelijk uit!

Oké dat is praktisch gezien…

“En verder zit er ook nog steeds dat kleine jochie van vroeger in mij die het stoer vindt om tattoos te hebben en een beetje de stoere gangster uit te hangen, al ben ik dat niet hoor. Gezondheid is het belangrijkste, maar het uiterlijk telt ook mee.

WAT JE NIET WIST OVER KJELD

Waar mag je jou ’s nachts voor wakker maken? “Tiramisu!”

Guilty pleasure: “Hardstyle. Eigenlijk is het de meest vreselijke soort muziek, maar ik kan er helemaal los op gaan.”

Nooit meer… “Fietsen in de regen! Fietsen kan heel ontspannen zijn, maar als ik 3 uur op de fiets moet trainen en het regent, zodat je binnen 5 minuten doorweekt bent? Héél irritant! Dus als ik ooit stop met schaatsen, ga ik nooit meer in de regen fietsen.”

Lievelingssnoep? “Drop, maar ik snoep niet meer zoveel.”

Mensen die jou goed kennen, weten dat jij…? “Op een vrije zondag graag in badjas en pantoffels op de bank lig te gamen.”

Dit interview is gepubliceerd in Vriendin magazine.

Geef als eerste een reactie